De Steur

Categorie: Vijver

De steur (polyodontidae en acipenseridae) ziet er prehistorisch en haaiachtig uit. Het is een imposant dier, representant van een oeroude familie, die qua gedrag aan de koikarper doet denken. De belangstelling voor de steur als vijvervis is de laatste tijd sterk toegenomen. De steur is niet bang, wordt gauw tam en laat zich zelfs uit de hand voeren.

De diamantsteur

diamantsteur

De steur behoort tot de primitiefste beenvissen. Het skelet bestaat grotendeels uit kraakbeen en een wervelkolom ontbreekt. De ruggengraat loopt tot in de bovenste staartvinlob door en is langer dan de onderste lob. De vinnen zijn zo goed als onbeweegbaar. Daarom is de steur niet zo’n wendbare vis. De steur is een typische bodemvis. Het dier heeft aan de onderkant een uitstulpbare bek waaraan vier gevoelige baarddraden zitten. Daarmee tast het dier de bodem af op zoek naar voedsel.

De steurenfamilie omvat twee families: de polyodontidae, in de volksmond beter bekend als de lepelsteuren, en de acipenseridae. Tot de laatstgenoemde familie behoort de populaire sterlet (acipenser ruthenus), die maximaal 120 cm lang wordt. De lepelsteur is een heel interessant dier, maar beslist geen vijvervis. Van de acipenser-familie worden in de handel voornamelijk de guldenstaedti, de naccari, de ruthenus (sterlet), de stellatus en de transmontanus (witte steur) aangeboden. Deze laatstgenoemde, uit Amerika afkomstige, vis kan erg groot worden en kan dus alleen in een grote vijver gehouden worden.

Tegenwoordig worden er jaarlijks in Nederland tussen de 20.000 en 40.000 jonge steuren opgekweekt voor de vijverhandel. Er komt echter heel wat bij kijken als u de steur als vijverbewoner een goed en lang leven wilt bezorgen. Niet alle soorten zijn geschikt om in een vijver gehouden te worden. Er zijn daarnaast veel tegenstanders van het houden van de steur in een vijver. Zij zijn van mening dat handelaren geen of te weinig informatie aan hun klanten geven, met name over de speciale omstandigheden waaronder de dieren moeten leven.

Steuren houden

De steur is weinig gevoelig voor de bekende visziekten. Hij kan echter niet tegen vergif, zoals dat van slangewortel. Verder kunnen kleine hoeveelheden nitriet en ammonia voor problemen zorgen. De watertemperatuur mag niet hoger zijn dan 24°C. Als de temperatuur van het water regelmatig rond 21°C ligt, is een extra zuurstofpompje aan te bevelen. De ideale pH-waarde is 7 tot 7,5.

Het houden van steuren is iets voor de serieuze vijveraar. Deze hobby vraagt veel tijd en aandacht. Bovendien vergt deze hobby een grote financiële armslag: de prijs van een steur varieert van 11 tot 11.000 euro. In dit opzicht doet hij sterk aan de Japanse sierkarper denken. Als u zich gaandeweg tot ‘steurspecialist’ heeft ontwikkeld, heeft u nog vele jaren plezier van deze vissoort.

Het formaat

Lang niet alle steuren zijn geschikt om hun leven in een vijver door te brengen. Een aantal soorten is vanwege hun lichaamslengte per definitie ongeschikt. Een steur moet de ruimte hebben. Hierbij kan rekening gehouden worden met de vuistregel dat de vis zonder problemen tienmaal zijn eigen lichaamslengte rechtuit moet kunnen zwemmen. Kleine vijvers zijn dus voor zulke vissen ongeschikt.

Vissen die wel een geschikt formaat voor uw vijver hebben, vragen om een speciale behandeling. U kunt ze beter niet in een vijver met veel waterplanten houden, omdat ze daarin gemakkelijk verstrikt raken. Verder zwemt de steur graag langs de kant. Als daar lange draadalgen, riet en plantenbossen voorkomen, kan de vis er door zijn beperkte wendbaarheid in verstrikt raken. Als het dier dan niet op tijd gered wordt, verdrinkt hij. De bodem mag geen scherpe dingen zoals grind bevatten, omdat de gevoelige baarddraden daardoor beschadigd kunnen raken. Zand of modder is dus beter. De vis houdt van helder en zuurstofrijk water, dat continu in beweging is. Een krachtig filter is daarom gewenst.

Het voedsel

Het is voor de steur geen enkel probleem als hij met andere vissen in een vijver wordt gezet, zolang u er maar op toeziet dat het voer, dat speciaal voor de steur bestemd is, niet door de andere vissen wordt opgegeten. Niet alleen is de steur slecht wendbaar, hij is ook behoorlijk slechtziend. De andere vissen kunnen daardoor makkelijk het voer voor de neus van de steur wegkapen. Dit is een van de oorzaken van mogelijke ondervoeding. Zorg er dan ook voor dat de vissen gescheiden gevoerd worden: aan de ene kant van de vijver de steur en aan de andere kant de overige vissen, zodat ieder zijn portie krijgt.

Stellatus

stellatus

De steur krijgt speciaal voer dat naar de bodem zinkt, zodat hij het met zijn, aan de onderkant van de kop geplaatste, bek van de bodem kan opsnuffelen. Het is ook mogelijk om de steur uit de hand te leren eten. De vis is in dat geval geneigd om ondersteboven naar het wateroppervlak te zwemmen om op die manier ook wat drijvend voer te bemachtigen. Hierbij loopt de vis het risico dat hij te veel lucht binnenkrijgt, waardoor een knik in de darmen ontstaat. Er zijn mensen die de steur uit het water tillen om hem te kunnen voeren. Bij een andere methode wordt het voer in een kunststofpijp of -buis geplaatst, die vervolgens op de bodem van de vijver wordt gelegd. Deze methode kan alleen slagen als de diameter zodanig groot is dat de steur er wèl en de andere vissen er níet doorheen kunnen zwemmen.

Naast het speciale steurvoedsel lusten de dieren graag regenwormen, meelwormen en (rode) muggenlarven. De regelmaat van voeren in de winter is afhankelijk van de watertemperatuur. Steuren zijn bij lage watertemperaturen actiever dan andere vissen. Beneden de 5°C hoeven ze niet gevoerd te worden. Bij een watertemperatuur van 5-10°C worden ze wekelijks gevoerd en boven de 10°C dagelijks.

Vijver

Zwembad