Beheren of beheersen

Categorie: Tuinontwerp

Als je met en bepaalde vraag zit op het gebied van tuinonderhoud kun je daar op allerlei manieren een antwoord op vinden. Je zoekt in boeken en tuintijdschriften, raadpleegt tuinforums op het internet, of schakelt een hovenier of tuincentrum in. De gevonden antwoorden blijken echter vaak onvolledig, soms tegenstrijdig en regelmatig niet geschikt voor jouw specifieke situatie.

Dat lijkt vreemd als je ervan uitgaat dat er maar één waarheid bestaat. De verwarring wordt nog vergroot door tuinprogramma’s op TV, waarin op elke vraag het antwoord van de sponsor wordt gepresenteerd als enig juiste. In de praktijk ligt het genuanceerder. Dat komt doordat in de tuin talloze factoren een rol spelen bij een onderhoudsvraag.

Neem bijvoorbeeld de bodem ter plaatse: naast klei, zand en veengrond zijn er talloze mengvormen, elk met hun specifieke eigenschappen en effecten op de plantengroei.

Als het gaat om de lichtval, dan zijn er naast zon, halfschaduw en schaduw diverse tussenvormen (gefilterd licht e.d.) die de plantengroei eveneens beïnvloeden. Daar komen alle andere biologische en natuurkundige invloeden nog eens bij. Uiteindelijk is ook je eigen instelling ten opzichte van de tuin bepalend: wil je alle toevalligheden de baas blijven, of durf je de natuur binnen bepaalde grenzen zijn gang te laten gaan?

Structuur

Hoe je met je tuin en het onderhoud omgaat kun je op twee manieren benaderen.

De eerste, meest gangbare opvatting is, dat je de tuin in de hand moet houden. Iedere spontane invulling van de natuur zelf, zoals het woekeren en zichzelf uitzaaien van planten of het volledig bedekken van de bodem dient direct de kop te worden ingedrukt. De eigenaar ziet zo’n tuin vaak als verlengstuk van de woning of als een toonzaal van eigen artisticiteit. De tuineigenaar is van het ‘beheerstype’.

Wanneer je uitgaat van het beheren van de tuin wil dat zeggen, dat je de tuin zoveel mogelijk haar gang laat gaan. Je grijpt uitsluitend in wanneer vooraf ingestelde randvoorwaarden – die te maken hebben met praktische aspecten of met de sfeer van de tuin – bedreigd worden.

Gelukkig zien tuiniers hun tuin steeds vaker als uitloper van de natuur en het buitengebied, of als een natuurlijke oase in een stedelijke omgeving. Zulke tuinen worden op een natuurlijke, ecologisch verantwoorde wijze in hun ontwikkeling begeleid. Mensen die de tuin strak in de hand willen houden (beheersen) noemen deze tuinen vaak wild, omdat ze de structuur erachter niet herkennen. Omgekeerd noemen degenen die hun tuin beheren die andere tuinen doods en saai, omdat er nauwelijks seizoensbeleving is en de tuinen zeer strak gestructureerd zijn.

Eigen benadering en onderhoud

Als je je tuin vooral in de hand wilt houden moet je veel vaker en meer onderhoud plegen om de gewenste sfeer te krijgen en te behouden. Daarom leveren de verschillen in tuinbenadering zo’n aanzienlijke variatie op in antwoorden op uw onderhoudsvraag, terwijl die vraag toch zo simpel leek. Alle antwoorden moet je dan ook toetsen aan je eigen benadering van de tuin – en aan de functie van de beplanting.

Een voorbeeld: op de vraag hoe je een Cornus alba ‘Siberica’ moet snoeien zijn (minstens) drie antwoorden mogelijk:

  • Jaarlijks in het voorjaar tot vlak boven de grond terugknippen.
  • Jaarlijks ongeveer een derde deel van de oudste takken geheel wegsnoeien.
  • Deze heester heeft geen snoei nodig.

De verschillen zijn een gevolg van het feit dat deze Cornus meestal wordt toegepast vanwege de felrode scheuten en twijgen in de winter – oudere takken hebben die felrode kleur niet meer.

Vind je die winterkleur het belangrijkst, dan is antwoord 1 juist. De plant blijft jong en klein en vertoont altijd volop rode takken. Met andere woorden, de groei wordt sterk beperkt om het winteraspect in de hand te kunnen houden. Duidelijk een beheersantwoord.

Als je de plant op de erfgrens zet om privacy te creëren, dan is antwoord 1 niet langer geschikt, want de functie is anders; dan zul je waarschijnlijk antwoord 2 kiezen. De struik wordt gedeeltelijk gesnoeid, blijft hoog genoeg om inkijk te voorkomen en vertoont nog steeds de rode winterkleur. Door het wegnemen van takken wordt hij wel iets transparanter. Als de inkijk daardoor toch te groot wordt, moet je of de heester verplanten naar een plek waar ze wel gesnoeid kan worden, of je moet het verlies van winterkleuren voor lief nemen. In het laatste geval geeft antwoord 3 de beste oplossing. Dit is de oplossing voor de tuinier die de tuin uitsluitend wil beheren, hij stelt het natuurlijke aspect voorop. Want laten we wel wezen: om gezond te blijven heeft deze Cornus helemaal geen regelmatige snoei nodig.

Een andere vraag die je heel vaak hoort is hoe je van mos in het gazon af kunt komen.

Mogelijke antwoorden zijn in dit geval:

  1. Pas mosdoder toe, zaai later eventueel gras bij.
  2. Verwijder het mos door het gazon te verticuteren, hark vervolgens het mos weg en zaai gras bij.
  3. Bepaal de oorzaak van de mosgroei (schaduw, vocht, dichtgeslagen grond), verticuteer de grasmat, hark mos weg; neem indien mogelijk de oorzaak van de mosgroei weg en zaai gras bij, of vervang het gazon door planten die geen problemen hebben met de omstandigheden ter plaatse.

Antwoord 1 en 2 zijn duidelijk antwoorden voor de tuinier van het beheerstype. Zij bestrijden uitsluitend de symptomen en pakken de oorzaak niet aan. Deze oplossingen zijn dan ook tijdelijk en moeten met enige regelmaat herhaald worden. Antwoord 1 is het slechtst voor het gazon, omdat hierbij chemische stoffen (in de mosdoder) gebruikt worden, die niet alleen het mos doden, maar ook het gras verzwakken en de bodem(leven) vergiftigen.

Antwoord 2 biedt ook slechts tijdelijk soelaas, je moet hetzelfde procédé telkens weer herhalen en dat is een hoop werk.

Antwoord 3 is een antwoord voor de tuinier van het beheertype; het biedt tevens de meest efficiënte oplossing, omdat de oorzaak van het probleem wordt aangepakt. Het betekent ook dat je veel minder tijd nodig hebt voor het onderhoud.

In plaats van een vervangende beplanting zou je overigens ook kunnen kiezen voor (half)verharding. Dat hangt weer helemaal af van de functie die de ruimte heeft.

Doordacht ontwerp

Het mag duidelijk zijn: goede en foute antwoorden op tuinvragen bestaan niet, hooguit meer of minder voor je eigen benadering geschikte oplossingen. En of je je tuin nu strak in de hand wilt houden of juist de natuurlijke ontwikkelingen met aandacht begeleiden, voor iedereen geldt dat minder onderhoud begint bij een doordacht ontwerp. De juiste materialen, constructies en planten op de juiste plaats. Met die gedachten in het achterhoofd wordt het een stuk eenvoudiger om je weg te vinden in het woud van tuininformatie en goedbedoelde adviezen.

bob-heus Dit artikel is geschreven door Bob Heus

 

Vijver

Zwembad