Snoeien, waarom eigenlijk?
De meeste mensen vinden snoeien het moeilijkste en meest ingewikkelde tuinwerk dat er is. Wanneer moet het, waarom moet het en hoe moet het dan? Doen planten het niet even goed zonder snoei? De natuur snoeit toch ook niet!

Maar de natuur snoeit wel. Storm breekt zware takken en twijgen af. Er wordt van takken en bladeren gevreten en vaste planten sterven bovengronds af. Als een oude woudreus uiteindelijk dreunend omvalt, sleept hij hele series kleinere bomen en struiken mee. Allemaal snoei en meestal met grof geweld. In de tuin doen we dat anders en doelbewust, om alles zo goed mogelijk binnen de beperkte tuinruimte die we hebben, tot z’n recht te laten komen. Niet alle planten hebben snoei nodig, maar heel veel wel.

Redenen om te snoeien

De belangrijkste zijn:

• wat te groot dreigt te worden, binnen de perken houden;
• delen van een plant die in de weg zitten, wegnemen;
• een betere vorm en groeiwijze bereiken;
• een betere gezondheid (dood, zwak, ziek en overtollig materiaal verwijderen);
• de bloei bevorderen;
• meer en grotere vruchtvorming stimuleren;
• planten jong houden (soms is bijv. jong blad aan nieuwe scheuten mooier);
• vanwege veiligheid en verkeer (uitzicht en doorgang niet belemmeren);
• te laag hangende takken verwijderen (‘opkronen’);
• ongewenste opslag (scheutvorming uit wortels of stam) weghalen;

Het verschil tussen snoeien en knippen
Snoeien is het wegnemen of sterk inkorten van aparte takken en twijgen. Knippen is het oppervlakkig wegnemen van uiterste delen van een reeds gevormde plant om een bepaalde vorm te krijgen. Strakke hagen worden dus in feite niet gesnoeid, maar geknipt. Hetzelfde geldt voor buxusfiguren. Die knip je regelmatig in vorm. Maar als daarbij een hele tak wordt weggenomen, is dat weer snoeien. Ook het ‘toppen’ van planten is uiteraard snoeien.

Algemene snoeiregels:

Er zijn enige snoeiregels aan te geven die op alle houtgewassen van toepassing zijn:

• Van twee tegen elkaar schurende takken wordt er één weggesnoeid of zo uitgebogen dat de takken elkaar niet meer hinderen
• Takken die op de grond hangen, worden geheel of gedeeltelijk teruggeknipt
• Als meerdere takken in elkaars vlak (dus eigenlijk te dicht bij elkaar) groeien, worden al deze takken op één na weggehaald
• Wanneer een tak de gehele boom of struik uit zijn evenwicht brengt, wordt deze verwijderd of ingekort
• Het zogenaamde “wilde hout”, het hout dat uit de onderstam groeit, moet diep (en tijdig) worden weggesnoeid