5 eeuwen tuingeschiedenis

Categorie: Diversen

Ondanks dat de Fransen, Engelsen en Italianen bekender zijn om hun tuinhistorie dan de Nederlanders is de geschiedenis van de Nederlandse tuin redelijk goed bewaard gebleven.Denk maar eens aan de nog steeds in tact zijnde kloostertuinen, kasteeltuinen, parken, buitenplaatsen en landgoederen.   Deze tuinen zijn goede representanten van vervlogen tijden.

In het verleden waren het eigelijk alleen de adel, de rijken en de geestelijkheid die zich een tuin konden permitteren.De “tuinbezitters van weleer” richten hun tuin in, en gebruiken deze naar gelang de binnen een bepaalde tijdsperiode geldende maatstaven.Deze maatstaven werden onder meer beïnvloed door:

  • De economische gesteldheid;
  • De stand van de wetenschap / techniek;
  • De gedachtegang van de maatschappij.

De laatste 5 eeuwen van de Nederlandse tuingeschiedenis kunnen we onderverdelen in de volgende perioden: De Renaissance, Barok, Romantiek, Neo Barok en de Twintigste eeuw.

Renaissance; 1500 – 1600
Renaissance betekent letterlijk “wedergeboorte”. Kunst en wetenschap gaan in de 15e en 16e eeuw met sprongen vooruit. Men denkt na over: het mens zijn, het leven op aarde, rol van God en die van de natuur. Ook zijn er in deze eeuwen de grote ontdekkingsreizen. De mens hecht veel aan het aardse leven: comfortabel leven, goed gekleed gaan en fraaie interieurs.
Zelfbewustzijn wordt sterker en het saamhorigheidsgevoel van de kerk komt in gevaar.

Typerend voor de tuincultuur in deze periode zijn:

  • Alle paden zijn gelijkwaardig aan elkaar, er is geen hoofdas;
  • Vierzijdige symmetrie met vierkante perken;
  • Er is geen direct verband met het gebouw;
  • Het plaatsen van beelden in het centrum van de perken;
  • Zowel hoog als laag strak geschoren hagen.

De tuin van het Prinsenhof in Groningen, Landgoed Honselaarsdijk en bij Huis ten Bosch zijn voorbeelden van tuinen uit deze periode.

Barok; 1600 – 1760
Het woord barok is afkomstig van het Portugese woord “barocco” wat onregelmatig gevormde parel betekent.
Barok is verspreid over geheel Europa. De barok wordt ook de stijl van de absolute heersers genoemd. Barok is plechtig en triomfantelijk. De katholieke kerk kreeg in deze periode de reformatie en de beeldenstorm over zich heen. Na het midden van de 16e eeuw begint geleidelijk de bloei weer. In de 17e maar ook in de 18e eeuw laten kerk en vorsten hun absolute macht gelden. Zij geven de belangrijkste opdrachten. Door pracht en praal willen ze indruk maken.

In deze periode beïnvloeden de Fransen het culturele leven(onder het regime van Lodewijk XIV is door Andrė le Nôtre de tuin van Versailles aangelegd) De adel en burgerij laten in deze periode woningen en buitens bouwen naar voorbeeld van de Fransen.

Typerend voor de tuincultuur in deze periode zijn:

  • Een inrichting van hoofdassen en kruisende hulpassen;
  • Het hoofdgebouw staat altijd centraal;
  • Tweezijdige symmetrie;
  • De verhouding van de vakken is over het algemeen 3:5 en worden ingericht met versierde elementen bij de kruispunten;
  • Lage strak geschoren hagen;
  • Het gebruik van fijn grind.

De Barok wordt in 3 gedeelten verdeeld. De Vroeg Barok, de Hoog Barok en de Rococo.

De Vroeg Barok
De Vroeg barok wordt ook de Groene Barok genoemd omdat er in de tuinen geen of weinig gekleurde beplantingen werden gebruikt.

De Hoog Barok
In de Hoog barok worden meer bloeiende planten gebruikt. Ook sierlijke buxusfiguren doen hun intrede.

Rococo
De Rococo is de uitbundigste Barokstijl. De hiërarchie tussen de assen verdwijnt en versieringen worden meer toegepast.

Restanten van Vroeg Barok zijn nog te vinden op Menkemaborg en Hofwijck. Hoog Barok is nog te zien op Het Loo, Queekhoven en Hartekamp. De Rococo is te bewonderen op Heemstede en Middachten.

Romantiek; 1760 – 1880
Romantiek is een aanduiding van een cultuurbeweging die ontstond aan het eind van de 18de eeuw en een reactie was op de verlichting en het rationalisme. In de 18e eeuw wordt alles nog meer overdreven dan in de Barok. De belangstelling voor de natuur neemt in deze periode toe. Er is veel belangstelling voor ander culturen en reizigers nemen nieuwe planten mee van hun verre reizen. De tuinen uit deze periode kenmerken zich door een aaneenschakeling van op zichzelf staande onderdelen. Oosterse element, decoratieve planten in pot, gekleurde borders, mozaïek figuren en stinzeplanten doen hun intrede.

Typerend voor de tuincultuur in deze periode zijn:

  • Ellipsvormige ruimten;
  • Lange doorzichten;
  • Gebouw als onderdeel ingepast in het geheel;
  • Holgelegde gazons;
  • Oneindigheid;
  • Natuurlijk aandoende tuin; dode bomen werden dus niet verwijderd;
  • Losse groei.

In het begin van de 18de eeuw deed het romantische element zijn intrede in de Engelse tuinkunst met de landschapstijl. Rond landhuizen in Engeland worden tuinen aangelegd geïnspireerd op de natuur. Waterpartijen in de vorm van een stroom omzoomd door bossages. Uitgestrekte hol liggende gazons en boomgroepen zorgen voor een overgang tussen de tuin en het omliggende landschap. De landschapstijl verspreidde zich later in de 18de eeuw buiten Engeland, ook in Nederland.

In Nederland is niet echt een voorbeeld aan te wijzen van een tuin uit de Romantiek. Representanten uit de landschapstijl zijn Het Huis Ten Donck, Soestdijk en Beeckesteijn.

Neo-Barok; 1880 – 1920
De belangstelling voor klassieke stijlen neemt toe. De rijken uit deze periode willen hun huis of buiten een voornaam aanzien geven. De tuinen worden in deze periode weer aangelegd volgens de principes van de baroktijd.

Voorbeelden uit deze periode zijn Twickel, Weldam, Middachten en kasteel De Haar te Haarzuilens.

Twintigste eeuw
Het begin van deze eeuw staat bekend om de (volks-)park aanleg en de tuinstadaanleg. Naarmate de welvaart toeneemt wordt de privé tuin gemeengoed.

Typerend voor de tuincultuur in deze periode zijn:

  • Vlakke gazons;
  • Verschillende niveaus met steile taluds of met treden;
  • Een verdiept gedeelte;
  • Gemetseld werk met dezelfde steensoort als het gebouw;
  • Een duidelijke diagonaal;
  • Kleurige bloemenranden;
  • Tegenstelling van strak geschoren en losse groei;
  • Gebruik grof grind.

Rond 1950 wordt de tuincultuur beïnvloed door het Nieuwe Bouwen ook wel Nieuwe Zakelijkheid genoemd. Als reactie hierop komen de natuurlijke tuinen.

Typerend voor de tuincultuur in deze periode zijn:

  • De border nam een grote vlucht vroeger niet op kleur, later wel;
  • Grindtegel, voorloper van de gewassen grind tegel;
  • Spoorbiels;
  • Strakke gazons;
  • Gebruik betonmaterialen;
  • Geschoren vlakken;
  • Staptegels in gazon.

Huidige periode en toekomst
Van de huidige periode wordt gezegd dat we weer in de Romantiek zijn aangekomen. Maar eigelijk vind ik het nog veel te vroeg om daar een uitspraak over te doen. Tuinen zijn nu echt gemeengoed geworden in Nederland. De economische gesteldheid is goed, de stand van de wetenschap en techniek is bijzonder hoog ontwikkeld en er heerst rust. Al deze ingrediënten hebben ook zijn weerslag op de huidige tuincultuur. Niet alleen kasteeltuinen, buitens en kloostertuinen worden tegenwoordig aangelegd of gerenoveerd, ook de tuinen van “gewone burgers” worden vaak op een zeer inspireerde wijze aangelegd.

Maar wat de toekomst op het gebied van de tuincultuur ons brengen zal kan niemand vertellen. Persoonlijk denk ik dat het niet lang wachten is op een tuin waarin diverse technologische snufjes gebruik gaan worden zoals internet en andere communicatiemiddelen. In mijn beleving zal de tuin in de toekomst niet meer statisch zijn zoals nu maar meer een dynamisch geheel. De tuin van de toekomst zal meer zijn dan een verzameling planten en voorwerpen die op een doordachte wijze zijn gerangschikt. Ik voorzie dat virtuele schermen gebruik gaan worden waar bewegende en/of stilstaande beelden afgespeeld kunnen worden. Beelden die met behulp van de computer naar behoefte kunnen worden gewijzigd. Zo kan ik me voorstellen dat er via internet een live verbinding wordt gemaakt met bijvoorbeeld een webcam op de Nederlandse Antillen. Als dit beeld in je tuin op een scherm projecteert en begeleidt met een bijpassend geluid dan waan je je, ondanks dat je in een Nederlandse tuin zit, in een totaal andere wereld.

Maar wellicht zit ik er helemaal naast en gaan we weer “back to basic” Over een eeuw zullen we beter in staat zijn om ook de huidige periode in een “hokje” te stoppen en te benoemen.

Vijver

Zwembad